Hvissa | |
---|---|
Naam | Hvissa |
Status | Overleden |
Wereld | De Aarde |
Uiterlijk | |
Ras | Mens |
Geslacht | Vrouw |
Haarkleur | Blond |
Biografie | |
Familie | Mahité - Pleegdochter |
Werk/beroep | Werknemer van Bahaal |
Doodsoorzaak | In het moeras gezonken door Bahaal |
Slachtoffers | |
Direct | Geen |
Indirect | Geen |
Monsters | Geen |
Dieren | Geen |
In de stripreeks | |
Stripreeks | De Rode Ridder |
Ontwerper | Karel Biddeloo |
Eerst gezien | De Hellebron |
Laatst gezien | De Hellebron |
Verschijningen | 1 |
Hvissa verscheen in De Hellebron.
Biografie[]
Eerder leven[]
Hvissa leefde in een paalhut in het moeras. Ze beoefende de Zwarte Kunst en kon met geneeskrachtige kruiden omgaan. Hvissa had ook een pleegdochter: Mahité. De eendenjager Kareb werd verliefd op haar en wilde met Mahité trouwen, maar Hvissa wilde daarvoor een bruidschat van hem hebben. Met uitzicht op grote rijkdommen begon Hvissa voor Bahaal te werken. Het was haar opdracht om mensen naar de Hellebron midden in het moeras te sturen. Deze mensen zouden dan voor Bahaal gaan werken en een schat van hem krijgen. Hvissa stuurde Mordok en Banjas, die inderdaad handlangers van Bahaal werden. Ze wilde ook dat Mahité voor Bahaal zou gaan werken[1].
Ontmoeting met Johan van Horst[]
Laat op een avond verscheen Kareb weer bij de hut van Hvissa. Hij had de gewonde Johan bij zich. Ze wist niet dat deze ridder de vijand van Bahaal was en genas hem. Kort daarna stuurde ze Mahité met Mordok en Banjas mee het moeras in. Toen Johan weer bijkwam gaf ze hem en Kareb de raad ook naar de Hellebron te gaan en ook voor Bahaal te gaan werken. Toen Johan ontdekte dat Bahaal weer met een nieuw plan bezig was, ging hij meteen het moeras in. Kareb ging met hem mee.
Dood[]
Hvissa waarschuwde Bahaal dat de beide mannen eraan kwamen. Later nadat Bahaal's plan mislukt was, verscheen hij bij Hvissa's hut. Woedend over haar verkeerde keuze van zijn helpers liet hij haar samen met haar hut in het moeras verdwijnen[1].
Verschijningen[]
Stripreeks[]
- 75 - De Hellebron (Eerste verschijning)